Inleiding
We zien sproeigedrag voornamelijk bij katers, maar zowel poezen als katers kunnen sproeien. Ze doen dat om hun aanwezigheid kenbaar te maken. Het is een vorm van communicatie met andere katten via geur. Daarom kun je sproeigedrag ook aantreffen in voor- en najaar, wanneer de seksuele opwinding van katten op zijn top is. Helaas is het een zeer vervelend probleem voor hun eigenaren. Maar niet voor de kat…
Stressfactoren bij de kat spelen vaak een hoofdrol. Zijn deze verwijderd dan zal het sproeigedrag veelal ophouden, omdat er geen reden meer is onzekerheid in het territorium te voelen.
In de meeste gevallen kan men het voorkómen, door katten vanaf de 6e levensmaand te castreren of te steriliseren. Ondanks dat is het mogelijk dat toch nog sproeigedrag optreedt. Belangrijk is dat eerst wordt onderzocht of dit ongewenste gedrag voortkomt uit stress of dat er een medische oorzaak aan ten grondslag ligt, zoals bijvoorbeeld een blaasontsteking.
Het verschil tussen sproeien en plassen
Bij sproeien (zie foto boven) staat de kat naast een voorwerp, buigt z’n rug lichtjes, trilt met zijn staart en sproeit dan een klein beetje urine tegen dat voorwerp aan. Bij plassen gaat de kat in een zithouding en plast op de grond.
Medische achtergrond
Bij een
blaasontsteking heeft de kat de neiging om frequent te plassen in kleine beetjes. Soms is de urine wat roodgekleurd door het bloed of stinkt de urine naar ammoniak.
Daarnaast kunnen er ziekten zijn, waarbij de kat meer gaat drinken, en dus ook meer gaat plassen. Soms kunnen ze hun plas dan niet meer ophouden en gaan overal in en om huis plassen. Dit kun je bijvoorbeeld zien bij nierproblemen of suikerziekte.
Bij een
Stress
Wanneer bovenstaande medische aandoeningen zijn uitgesloten kan de conclusie worden getrokken dat het gestoorde plasgedrag van uw kat uit stress voortkomt. Wanneer een kat sproeit, heeft hij of zij er kennelijk behoefte aan om zijn / haar aanwezigheid kenbaar te maken.
Stress kan vele oorzaken hebben
• De relatie met andere katten in de omgeving kan verstoord zijn, waarbij een andere kat vaak domineert over de ‘sproeiende’ kat. De andere, dominerende kat hoeft niet in hetzelfde huis te wonen, het kan ook een kat uit de buurt zijn. Ook komt het voor dat juist de dominante kat sproeit.
• Veranderingen in directe omgeving van de sproeiende kat, zoals: verhuizing, verbouwing, nieuwe meubels, komst van een baby, komst van andere huisdieren, wegvallen van ander huisdier of gezinslid, andere kattenbakkorrels of juist te weinig kattenbakken.
• Nerveus karakter van de kat.
Behandeling
De beste oplossing voor stress bij de kat is natuurlijk het wegnemen van de oorzaak. Soms helpt het een extra kattenbak te plaatsen of een ander merk grit te kiezen. Maar in veel gevallen is de precieze oorzaak niet te achterhalen. De kat kan immers niet praten en vertellen wat hem/haar dwars zit…
Om die reden wordt doorgaans voor een medicamenteuze behandeling van stress bij katten gekozen. De mogelijkheden zijn:
• Feliway-spray of verdamper. Dit gaat stress tegen door middel van geur (feromonen, lichaamseigen geuren die de kat ook achterlaat als hij kopjes geeft), waardoor de kat zich meer op zijn gemak gaat voelen. Als een kat ‘kopjes geeft’, scheidt hij feromomen af. Het blijkt dat katten niet sproeien op plaatsen waar zij deze gezichtsferomonen hebben afgegeven.
• Clomicalm. Dit is een soort antidepressivum in tabletvorm, ook wel ‘prozac’ voor huisdieren genoemd. Er zijn goede ervaringen met dit medicijn.
Wanneer het probleemgedrag ontstaat door een verstoorde relatie in de kattengroep en de bovenstaande medicatie geen effect heeft, wil het tijdelijk opsluiten van een kat in een kleinere ruimte wel eens een eind aan het sproeigedrag betekenen, maar ook het overplaatsen van de kat naar een ander adres biedt soms uitkomst.
Eventueel is ook gedragstherapie mogelijk bij de kat. Ook menen sommige mensen positieve effecten te zien van een homeopathische behandeling.
Hoe langer de kat al sproeigedrag vertoont, des te kleiner is de kans dat dit gedrag (geheel) zal verdwijnen.
Katten sproeien meestal niet op plekken waar eten staat. Een bakje voer op de sproeiplek kan er dus voor zorgen dat er niet meer wordt gesproeid. Dat is dus alleen maar uit te voeren als het maar een paar sproeiplaatsen betreft…
Schoonmaken sproeiplek
Gebruik altijd een neutrale zeep (bv. groene zeep) met water of met Biotex groen. Andere schoonmaakmiddelen laten geurtjes achter, de kat vat dit op alsof een ander dier zijn geurspoor heeft achtergelaten wat aanleiding geeft om er flink overheen te sproeien! Met name produkten die chloor of ammoniak bevatten stimuleren het sproeien.