Leukemie / Fel.V

Inleiding
Het Feline Leukemie Virus (FeLV) komt over de gehele wereld voor en is de meest voorkomende oorzaak van verschillende soorten tumoren bij katten. Daarnaast kan het virus het afweersysteem van de kat aantasten, waardoor normaal gezien vrij onschuldige infecties opeens fataal kunnen verlopen.

Hoe wordt een kat geïnfecteerd?
FeLV is een virus dat heel sterk aan de kat gebonden is, het overleeft in de buitenwereld niet lang. Infectie gebeurt door direct contact tussen katten. Deze overdracht kan gebeuren via speeksel, urine, bloed, ontlasting, slijm of via de baarmoeder van een poes naar haar kittens. Katten die buitenshuis leven hebben wel een grotere kans om besmet te raken.

Na infectie treedt er eerst een virusvermeerdering op in de lymfeklieren van de keel. Vervolgens komt het virus in het bloed terecht en wordt dan getransporteerd naar het beenmerg (waar de aanmaak van zowel rode als witte bloedcellen plaatsvindt), waar opnieuw een virusvermeerdering plaatsvindt. Van hieruit kan het FeLV-virus zich naar allerlei andere organen verspreiden, zoals lever, nier, milt, oog, zenuwen …en de speekselklier, van waaruit dan weer besmetting van nieuwe katten kan plaatsvinden.

Wat er klinisch met een besmette kat gebeurt, is afhankelijk van verschillende factoren waaronder de leeftijd van de kat en de toestand van zijn afweersysteem.
• De meeste katten reageren met kortdurende koorts en na 1-4 maanden hebben ze een zodanige afweer opgebouwd dat het virus weer uit hun lichaam verdwijnt. Gedurende deze maanden kunnen deze katten echter het leukemievirus uitscheiden en andere katten besmetten. Bij sommige katten kan nog ruim drie jaar het virus in het beenmerg worden aangetoond, maar gelukkig zijn deze katten zelden besmettelijk voor andere katten. De opgebouwde afweer geeft bescherming tegen nieuwe infecties.
• Een aantal katten (ongeveer 30 %) ontwikkelt onvoldoende afweer waardoor het lichaam het virus niet kwijt kan raken. In het lichaam wordt voortdurend nieuw virus gevormd en uitgescheiden. Deze katten noemen we persistente uitscheiders of dragers. Deze katten zien er niet ziek uit maar uiteindelijk wint het virus het (na 3-6 jaar) en overlijdt de kat aan de gevolgen van het leukemie-virus.

Jonge katten (< 4 maanden), katten met een slechte afweer (oud, chronische ziekten) en katten die voortdurend contact hebben met een drager lopen het meeste risico op een infectie.

Symptomen
Kattenleukemie is eigenlijk geen goede benaming. Het FeLV-virus kan vele soorten ziekbeelden veroorzaken waarvan leukemie er één is. Vaak wordt er pas onderzoek op FeLV gedaan als de kat niet reageert op de normale behandeling van een ziekte.
Het virus groeit met name in het bloedvormend systeem.
De volgende symptomen (niet alle tegelijk) kun je tegenkomen:

Tumoren. De meest voorkomende tumor is maligne lymfoom maar ook leukemie, tumoren in lever, nieren, darmen, buikvlies of milt kunnen ontstaan. Het is afhankelijk van waar de tumoren zich bevinden en welke organen aangetast zijn, welke klachten de kat krijgt.
Bloedarmoede doordat het beenmerg niet goed meer functioneert.
Verminderde weerstand met als gevolg kans op FIP, toxoplasmose, bacteriële ontstekingen, tandvleesontstekingen, abcessen, huidontstekingen, enz.
Vermageren
Benauwdheid
Koorts
Sloomheid
Vergrote lymfeklieren
Oogontstekingen
Slecht eten
Voortplantingsproblemen bijvoorbeeld abortus, sterfte van pasgeboren kittens, onvruchtbaarheid.
Verlammingsverschijnselen (langzaam verergerende verlamming van de achterpoten).

Het is overigens niet zo dat als uw kat één van bovenstaande klachten heeft het leukemievirus daarvan de oorzaak ervan is!

Diagnose
Er zijn verschillende bloedtesten beschikbaar voor het opsporen van FeLV, waarvan sommige in de dierenartspraktijk gedaan kunnen worden. Het stellen van een diagnose kan belangrijk zijn. Zowel bij klinisch verdachte dieren maar ook voor het opsporen van (ogenschijnlijk gezonde) dragers.

Het interpreteren van de uitslag van een dergelijk bloedonderzoek is echter niet altijd eenvoudig. Het is namelijk zo dat :
• een dier dat positief reageert op de test mogelijk bezig is het virus te elimineren en dus na verloop van tijd negatief zal zijn.
Dit geldt niet voor klinisch zieke, van FeLV verdachte dieren; een positieve bloedtest is hier bewijzend.
Erg verwarrend in het stellen van de diagnose is het feit dat een ziek, aan FeLV lijdend dier, evengoed een (op dat moment) negatieve bloedtest kan hebben, in sommige FeLV-vormen zelfs tot 60%.
• een dier dat negatief reageert op de test mogelijk nog in de incubatietijd zit en dus eigenlijk toch positief is.
Daarom is het soms aangewezen de bloedtest na verloop van tijd te herhalen.
Naast bloedtesten kan ook een verdacht stukje weefsel worden onderzocht op FeLV.

Voorkómen en behandelen van FeLV
Aangezien FeLV vrijwel uitsluitend wordt overgedragen door direct contact tussen katten onderling, is de belangrijkste bestrijdingsmethode het opsporen van FeLV positieve dieren en te zorgen dat deze niet meer met andere katten in contact komen. Zoals je in de inleiding al las, hebben katten die buitenshuis leven een grotere kans om besmet te raken.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om tegen FeLV te enten, maar dat wordt nauwelijks gedaan.
FeLV blijft buiten de kat niet lang leven en wordt snel geïnactiveerd door de meeste gangbare ontsmettingsmiddelen. Een specifieke behandeling tegen FeLV is er niet.
Als de diagnose gesteld is, wordt meestal overgegaan tot euthanasie.

Raskatten
Als er met een raskat gefokt wordt dan moet zowel de poes als de dekkater getest zijn op leukemie (en aids). Anders wordt er door de rasvereniging geen stamboom verstrekt.
Omdat er zo goed op getest is, komt bij raskatten de ziekte nagenoeg niet meer voor. Maar ook voor een raskat geldt dat als deze veel buitenkomt en daar met andere katten in aanraking kan komen de kans op FeLV-besmetting toeneemt.

Comments are closed.