Inleiding Zo’n 11% van de katten heeft een hartprobleem. Meestal heeft de kat daar geen last van, een klein deel vertoont wel symptomen en komt bij de dierenarts. Van de eerste groep (de katten zonder symptomen) gaan er sommige acuut dood of worden ernstig ziek na het ondergaan van stresssituaties, zoals tijdens een narcose (anaesthesie).
Het meest voorkomende hartprobleem bij de kat is hypertrofische cardiomyopathie (dit betekent letterlijk een verdikking van de hartspier), afgekort HCM. Meestal is dat aangeboren bij de kat maar het kan ook verkregen zijn na andere aandoeningen (zie verder). Het komt voor bij raskatten maar ook bij niet-raskatten. Vooral kortharige huiskatten worden getroffen door HCM en met name Maine Coon, Ragdoll en Britse korthaar katten. En bij katers weer vaker dan bij poezen.
Ook andere oorzaken kunnen de hartspier beschadigen en zo leiden tot HCM: bepaalde vormen van narcose (anaesthesie), schildklierproblemen (hyperthyreoidie, zie onderaan deze pagina), overmaat groeihormoon, te hoge bloeddruk (hypertensie, zie onderaan deze pagina) en andere hartafwijkingen.
Werking van het hart
Het hart is een pomp die de bloedcirculatie in het lichaam verzorgt. Net als bij mensen heeft het hart van een kat vier compartimenten: de rechter boezem, de rechter kamer, de linker boezem en de linker kamer (zie tekening boven van het normale hart). Vanuit diverse grote aderen komt het bloed in de rechter boezem en stuwt dit naar de rechter kamer. Door het samentrekken van de rechter kamer wordt het bloed naar de longslagader gepompt. Hierbij wordt het bloed door de longen van zuurstof voorzien, het bloed vervolgt zijn weg naar de linker boezem en vandaar naar de linker kamer waar het door samentrekking in de grote lichaamslagader of aorta wordt gepompt. Vanaf hier stroomt het bloed door de verschillende organen om zich via de holle aders weer te verzamelen in de rechter boezem. De hartkleppen zorgen er voor dat het bloed maar één kant uit kan en verhinderen dat het terugstroomt. Een animatie van de werking van het hart zie je hieronder. Deze animatie laat de pompwerking van het hart zien. De hartslag is hier vertraagd weergegeven. In werkelijkheid duurt deze slechts een fractie van een seconde. Het lijkt veel op uw eigen hart wat functie en structuur betreft. Bij 1. is het hart ontspannen en stromen de boezems vol. Bij 2. trekken de boezems samen en wordt het bloed naar de kamers gestuwd. Bij 3. trekken de kamers samen en pompen het bloed uit het hart naar de organen en weefsels van het lichaam. Wat is HCM? Bij katten zie je eigenlijk alleen de hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Er zijn ook nog andere vormen, o.a. ‘gedilateerde (= verwijde) cardiomyopathie’ (DCM). Die zie je zelden meer, omdat die veroorzaakt wordt door een tekort aan het aminozuur taurine, dat tegenwoordig aan alle commerciële kattenvoeders wordt toegevoegd. Wel zie je deze vorm nogal eens bij de hond. Bij de zogenaamde ‘restrictieve cardiomyopathie’ is de wand van het hart ‘verbindweefseld’. Deze typische kattenziekte komt eveneens zelden voor.
Bij de hypertrofische cardiomyopathie zie je een sterk verdikte wand van de linker kamer van het hart en ook van de wand tussen beide kamers (zie tekening boven). Daardoor wordt de wand van de linker kamer steeds ‘stijver’ waardoor de kamer zich niet voldoende kan vullen. Bovendien wordt het volume van de linkerkamer steeds kleiner, met als gevolg dat minder bloed rondgepompt wordt en de ruimte in de linkerboezem vergroot. Daardoor bestaat de kans op bloedstolsels in de verwijde linker boezem die vervolgens in de aorta kunnen komen en trombose in de slagaders van de achterpoten kunnen veroorzaken. Het gevolg is koude achterpoten of zelfs verlammingen. Door de drukstijging in de linker boezem neemt de druk in de longvaten toe, wat weer leidt tot oedeem (= vochtophoping) in de longen. Tevens wordt bij HCM een goede beweging van de hartkleppen belemmerd, waardoor de hartfunctie alleen maar verder achteruit gaat.
Symptomen Cardiomyopathie leidt uiteindelijk tot hartfalen. Meestal treedt de aandoening pas na 2-3 jaar op en wordt dan in het verloop van de tijd steeds ernstiger. Een enkele keer ook als de kat nog veel jonger is. Op jonge leeftijd merk je er vaak nog niets van. De meeste katten met HCM zijn suf, ernstig benauwd of ademen snel. Vaak ademen ze daarbij door de mond. Soms vallen ze plotseling flauw of gaan acuut dood door hartstilstand. De pols in de lies is slecht te voelen. Vaak hebben ze ondertemperatuur en weinig of geen eetlust. De hartfrequentie is doorgaans hoog, maar andere katten hebben juist weer een normale of zelfs te lage hartslag. Dat laatste zie je vooral bij te lage lichaamstemperatuur. Bij auscultatie (beluisteren) van het hart is duidelijk een hartruis te horen, maar niet elke hartruis betekent HCM. Soms is er een typisch galopritme te horen. Vraag aan je dierenarts of je ook eens mag luisteren. Katten met een te snelle en/of onregelmatige hartslag zijn verdacht van HCM. Bij katten met koude achterpoten of plotselinge achterhandverlamming is de diagnose wel zeker. Soms zie je het ook optreden aansluitend aan een narcose of een andere vorm van stress. In het eindstadium is de kat vermagerd en heeft ademnood. Wanneer er een oorzaak was voor HCM zie je juist vooral symptomen die daarbij passen (te hoge bloeddruk, schildklierproblemen zoals hyperthyreoidie: zie onderaan deze pagina).
Diagnose De klinische verschijnselen, alsmede ras en leeftijd, bij de kat, het beluisteren van het dier, röntgenonderzoek (let wel: foto is soms heel normaal, dat geldt ook voor het ECG) en echografie kunnen tot de juiste diagnose leiden. Met een echo meet men de dikte van de hartwand.
Behandeling van cardiomyopathie – Vochtafdrijvers (plaspillen) – Middelen die de hartwerking verbeteren: deze verlagen de bloeddruk, waardoor het hart tegen een minder grote weerstand op hoeft te pompen. – Kat binnenhouden – Stress vermijden – Overgewicht voorómen, omdat het hart dan alleen maar harder moet pompen – Aangepaste voeding – Katten met trombose van de slagaders naar de achterpoten kun je bloedverdunners geven, maar de prognose is erg slecht.
Er is geen genezing mogelijk, maar met medicijnen kunnen HCM katten soms nog wel 6 jaar of langer leven.
Bij sommige rassen is de prognose slecht (Maine Coon). Indien er een oorzaak is voor de HCM welke behandeld kan worden, kan de kat goed herstellen. Ook de ernst en uitgebreidheid van de beschadiging van de hartspier bepaalt natuurlijk mede de vooruitzichten. Hoe eerder met een behandeling wordt begonnen, hoe beter de prognose.
Erfelijkheid Gezien de erfelijke achtergrond moet men katten met HCM uitsluiten van de fok. De kattenwereld is zich goed bewust van het probleem en menig fokdier wordt preventief gescreend. Dankzij dit fokbeleid zijn veel katten symptoomloos.
Andere oorzaken van hypertrophische cardiomyopathie bij de kat HCM kan ook andere oorzaken hebben: te sterke schildklierfunctie of gestoorde nierfunctie. Hyperthyreoidie Bij een te sterke schildklierwerking bij de – vooral oudere – kat zie je vaak typische verschijnselen: snelle hartslag, de kat is hyperactief en er is gewichtsverlies ondanks goed eten. Ook is er een meestal een verhoogde bloeddruk te meten. Bloedonderzoek kan uitwijzen of er sprake is van deze aandoening. Een verhoogde productie van schildklierhormonen verhoogt de stofwisseling en beïnvloedt dus ook het functioneren van andere organen, zoals het hart (het hart gaat sneller en krachtiger pompen), het maagdarmkanaal, het zenuwstelsel en de nieren. Verhoogde bloeddruk Bij katten kan de bloeddruk worden gemeten, maar deze kan beïnvloed worden door stress: alleen al de aanwezigheid in de spreekkamer doet de bloeddruk stijgen. Bij verhoogde bloeddruk kun je soms oogveranderingen zien en ook wel uremie (zie nierinsufficiëntie).
• Tenslotte: niet elke hartaandoening bij de kat is HCM. Er komen ook abnormaal functionerende hartkleppen voor.