Inleiding
Incontinentie (onvrijwillig urineverlies) is iets anders dan de echte onzindelijkheid, waarbij de hond zijn ontlasting en/of urine in huis deponeert en (nog) niet begrijpt dat hij dat juist buitenshuis moet doen. Dat laatste zie je veel bij heel jonge dieren die nog niet hebben geleerd om de ontlasting en/of de urine op te houden totdat ze worden uitgelaten. Wat je daaraan kunt doen lees je hier.
Onvrijwillig urineverlies drijft de eigenaar vaak tot wanhoop. De vloerbedekking of de mand waarin de hond ligt wordt vies en het huis ruikt soms naar urine.
Anatomie
Eerst iets over de bouw van de urinewegen (zie tekening): de door de nieren geproduceerde urine komt via de urineleiders (ureter) in de urineblaas terecht. De urine wordt tijdelijk opgeslagen in de urineblaas en de afsluitspier (sphincter) verhindert daarbij dat de urine weg kan stromen via de urinebuis (urethra) naar buiten. Als de blaas voldoende vol is, ontspant de sluitspier zich en trekt een spier die de blaaswand bedekt, samen. De blaas ledigt zich nu. In normale gevallen is een mens, maar ook een dier, ‘baas’ over zijn of haar eigen blaaslediging: je plast immers wanneer je dat zelf wilt!. Bij ongewild urineverlies is de hond geen baas meer over zijn eigen blaas en verliest daardoor ongewild kleine of grote plasjes.
Hoe merk ik dat mijn hond incontinent is?
Urine-incontinentie herken je wanneer er druppels urine uit de vulva of de penis komen wanneer de hond bijvoorbeeld wordt uitgelaten of juist gaat liggen, maar ook wanneer het dier blaft. Ook merk je plasjes of plassen urine op plaatsen waar de hond heeft gelegen. De huid rond de vulva van de teef kan ontstoken raken, doordat de vulva voortdurend nat is door de urine (urineus eczeem).
Oorzaken
Incontinentie zie je nogal eens bij oudere dieren (ouderdoms-incontinentie), zowel reuen als teven, maar ook bij dieren van andere leeftijden wanneer ze onderliggende aandoeningen hebben, zoals
• aandoeningen van het ruggemerg of de hersenen,
• hormoonziekten (o.a. suikerziekte en ziekte van Cushing),
• blaasontsteking (frequent kleine hoeveelheden plassen),
• tumoren in de urinewegen,
• prostaatproblemen
• en soms darmziekten.
• Ook bij stress of emoties kan een hond urineverlies hebben.
• Een enkele keer komt het wel eens voor na sterilisatie van de teef. In dat laatste geval kan pas jaren na de operatie voor het eerst incontinentie optreden en vaak zie je dan een plasje liggen op de plek waar de teef heeft gelegen. Dit noemt men ook wel SMI (sphincter mechanisme incompetentie bij de gesteriliseerde teef). Af en toe zie je ook wel eens dat een niet-gesteriliseerde jonge teef incontinent is. Dat verdwijnt vrijwel altijd na de eerste loopsheid.
• Tenslotte kan een jonge hond (vaak nog een pup) met urine-incontinentie een aangeboren anatomische afwijking hebben waarbij de urineleiders niet eindigen in de urineblaas, maar uitmonden in de urinebuis, de baarmoeder of de vagina in plaats van in de blaas (dit heet een ectopische ureter).
In veel gevallen lijkt het dier niet meer zindelijk maar speelt er dus eigenlijk een ander probleem. Voor de behandeling is het belangrijk dat de oorzaak wordt opgespoord.
Diagnose
Het verhaal van de eigenaar vertelt de dierenarts al heel veel. Daarnaast kunnen verscheidene onderzoeken nodig zijn, zoals bloedonderzoek of urine-onderzoek, een röntgenfoto en een echo.
Behandeling
De behandeling hangt af van de primaire oorzaak en het is dus, zoals boven reeds gezegd, van belang deze op te sporen. Zenuwstoornissen (sphincter-insufficiëntie) kunnen worden behandeld met medicijnen die de tonus van de sluitspier van de urinebuis herstellen of de blaasspier helpen om zich samen te trekken. Gesteriliseerde incontinente teven kunnen ook bepaalde hormonen toegediend krijgen. Uitmondingsstoornissen van de urineleiders (ectopische ureter) kunnen uitsluitend middels een operatie behandeld worden.
Vooruitzichten
De prognose hangt sterk af van de oorzaak.
Teven die incontinent zijn door sterilisatie (SMI) zullen bijna altijd, met redelijk succes, medicamenteus behandeld kunnen worden. Daarvoor zijn enkele soorten medicijnen beschikbaar die de functie van de sluitspier verbeteren.
De kans dat incontinentie ten gevolge van hersen- en ruggenmergaandoeningen herstelt, hangt sterk af van de oorzaak en de uitgebreidheid van de schade aan het ruggemerg. Meestal is die kans erg klein.
Ouderdomsincontinentie is meestal niet te behandelen.
Tenslotte
• Te dikke teven hebben er meer last van. Zorg dus dat je hond afslankt.
• Straf je hond niet als hij of zij urine verliest: het dier kan er immers niets aan doen en het probleem wordt alleen maar groter.
• Laat de hond frequent uit, vooral ’s avonds voor het slapen gaan.
• Zoals boven genoemd kan er vooral bij teven wel eens wat eczeem ontstaan rond de vulva. Knip het haar rond en onder de staart bij langharige honden zodat het dier het beter schoon kan houden en maak het zelf ook regelmatig schoon met een milde shampoo. Smeer het eventueel in met een baby-creme of vaseline tegen de irritatie.
• Sommigen geven de hond minder drinken, omdat ze daarmee hopen dat het dier ook minder incontinent zal worden. Dat heeft echter geen zin en bovendien kunnen de nieren beschadigen.