Inleiding
Melkkliergezwellen zijn de meest voorkomende gezwellen bij de kat, ze kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. Bij de poes voelen we knobbeltjes onder de buik in de buurt van de tepels.
Voorkomen
De aandoening komt bijna alleen bij poezen voor. De dieren zijn vaak van middelbare leeftijd ( /- 7 jaar) als de eerste knobbeltjes ontstaan. Poezen die jong gesteriliseerd zijn, dat wil zeggen voor de vijfde krolsheid, lopen veel minder risico. Dieren die veel met antikrolsheid preparaten (de pil bijvoorbeeld) behandeld zijn hebben meer kans op problemen. Het maakt niet uit of de poezen jongen gehad hebben.
Oorzaak
De oorzaak is, zoals bij ieder gezwel, een ontsporing van de normale celgroei. De groei van cellen wordt door het lichaam strak in de hand gehouden. Er mogen niet te veel of te weinig zijn. Bij tumoren gaat de groei ongeremd door met alle gevolgen hiervan. Dat hormonen bij het ontstaan van melkliergezwellen een belangrijke rol spelen blijkt uit het feit dat jong gesteriliseerde katten bijna nooit gezwellen krijgen, terwijl niet gesteriliseerde dieren vaak tumoren ontwikkelen. Bij het herhaaldelijk geven van extra hormonen (zoals de poezepil) neemt het risico flink toe.
Diagnose
Het is niet zo moeilijk om vast te stellen of een dier gezwellen in de melkklieren heeft. Onder de buik zijn dan in de buurt van de tepels onderhuidse knobbels voelbaar. Het is helaas niet mogelijk om aan de buitenkant te zien of een knobbel goed- of kwaadaardig is. Een extra probleem is dat melkkliergezwellen goedaardig kunnen beginnen, maar later toch kwaadaardig kunnen worden.
Bij katten is het merendeel van de gezwellen kwaadaardig, zeker bij oudere dieren die de pil gehad hebben. Bij het onderzoek letten we op grootte, plaats, aantal en verplaatsbaarheid van de knobbels. Het is mogelijk om door het wegnemen en laten onderzoeken van een stukje weefsel vast te stellen om wat voor soort gezwel het gaat. Nadeel is dat het gezwel zelf blijft zitten, waardoor vaak een tweede operatie nodig is.
Bij een goedaardig gezwel is er bovendien kans dat als het blijft zitten het later toch nog ontaardt in een kwaadaardig gezwel. Reden voor ons om in de meeste gevallen de hele tumor weg te nemen. Hiernaast kunnen we lymfeklieren en longen op eventuele uitzaaiingen controleren. Dit kan door de lymfeklieren te betasten, een stukje weefsel met een naald weg te nemen, of, bij de longen door middel van röntgenfoto’s.
Behandeling
Als er al uitzaaiingen aanwezig zijn is genezing niet meer mogelijk. In sommige gevallen is het wel mogelijk om door een operatie of een chemokuur het leven van de patient te verlengen en de pijn te verlichten. Helaas is het niet mogelijk om met zekerheid vast te stellen dat er geen uitzaaiingen zijn. In een vroeg stadium zijn ze zo klein dat ze niet op te sporen zijn. Zijn er geen uitzaaiingen te vinden, dan is behandeling zinvol. Zeker bij kwaadaardige tumoren geldt dat hoe eerder ze weggehaald worden, des te groter de kans op genezing is. Het is een fabeltje dat gezwellen harder gaan groeien als er aan
geopereerd wordt en dat je ze daarom beter kunt laten zitten.
Bij de operatie worden de tumoren met omringend weefsel ruim weggenomen om zeker te zijn dat al het afwijkende weefsel verwijderd is. Meestal zullen we proberen om een complete melklijst te verwijderen.
Dit betekent dat we alle melkklieren aan een kant wegnemen. Op deze wijze voorkomen we dat we weefsel laten zitten dat ook kan ontaarden in een tumor.